1. Diebshände bleiben überall hängen. Holl. : De handen van den dief zijn als gebraden hoenderpooten; zij haken aan alles, wat zij aanraken. ( Harrebomée, I, 129. ) *2. Er hat Diebshände. ...
1. Alle Sachen, die wir haben, sind Geschenk und Gottes ... ... berühren die grossen. Holl. : De kleine zaken doen dikwijls de groote aanraken. ( Harrebomée, II, 485 b . ) 162. Kleine ...
1. Mit der Zange der Versuchung hat der Teufel schon manchen frommen ... ... ( Harrebomée, II, 76 a . ) – Men zou haar met geene tang aanraken. ( Harrebomée, II, 325 b . ) *9. Man kann ...
1. De êrst de Finger warin 1 hett, kriggt boll 2 de ... ... Holl. : Zijne vingers zijn van lijm gemaakt, zij houden vast wat zij aanraken. ( Harrebomée, I, 382. ) Lat. : Omnia viscatis manibus ...