Online-Bibliothek

1. Der Kläger hät ken Nuth, an der Strönchser hät ken Brud. ... ... Bedburg. ) Holl. : Klagers lijden zelden nood; pogchers hebben schaars het brood. ( Harrebomée, I, 410 a . ) 2. Der Klager ...

... Kleines nicht umkommen lassen. Holl. : Kruimeltjes is ook brood. ( Harrebomée, I, 453 b . ) 2. Krümlein ... ... , 1097. ) Holl. : Hij makt van een kruimeltje een geheel brood. ( Harrebomée, I, 453 b . )

1. Bettelbrot – Schandbrot. ( Rheinhessen. ) 2. Bettelbrot – ... ... es muss mit Schimpf und Schande bezahlt werden. Holl. : Gebedeld brood is goed voor lazarij. ( Harrebomée, I, 95. ) [Zusätze ...

1. Aufgestellt ist nicht gefangen. 2. Gut aufgestellt ist halb ... ... Holl. : Schoon voorgedaan ia half verkocht, zei de bakker en hij stelde geschilderd brood op 't venster. ( Harrebomée, I, 28. ) 3. ...

1. Drei B muss eine Frau meiden; sonst ist sie von ... ... . Holl. : Een goed huishouder moet zorgen voor vijf B's, brood, boter, bier, brand en beurs. ( Harrebomée, I, 23. ) ...

1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs ... ... man auch einmal was anders essen. Holl. : Als man alle dagen brood eet, wil man ook wel eens wat anders hebben. ( Harrebomée, I, ...

1. Allein der Todt zeigt an, woran man genug muss han ... ... ( Masson, 152. ) Holl. : Des eenen dood is des anderen brood (leven). ( Harrebomée, I, 144 b . ) It. : ...

1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen ... ... ) Holl. : God schept geen' mond, of hij schept er ook brood. ( Harrebomée, I, 243. ) Lit. : Diewas dawe dantis, ...

1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben ... ... . Holl. : Den mannen geeft men huisvrouwen, den kinderen geeft men brood. ( Harrebomée, II, 54 b . ) 217. Den schlechten ...

... Brot . Holl. : Oud geld, oud hooi en oud brood komt iemand wel to pas. ( Harrebomée, I, 97. ) ... ... : maar 't vierde is nog het grootste kruis: veel kinders en geen brood in huis. ( Harrebomée, I, 97. ) ...

1. A guate Hund ve'laft se' nit 1 ... ... Winckler, I, 89. Holl. : Men behoeft den hond geen brood te geven, zoo lang hij met den staart kwispelt. – Men geeft het hondje niet zooveel brood, als zijn staartje wel eischen zou. ( Harrebomée, I, 321. ) ...

Narr (s. ⇒ Geck ). 1. A Narr hot ... ... pas de quel bois on se chaufferait. Holl. : Als de gekken geen brood aten, het koren zou goedkoop zijn. ( Bohn I, 345; Harrebomée, ...

... : Oud geld, oud hooi en oud brood komt iemand wel te pas. ( Harrebomée, I, 222. ) ... ... : Die geld genoeg heeft, wat vraagt die er naar, of 't brood opslaat. ( Harrebomée, I, 217. ) 1000. Wer Geld ...

1. Abgelegener Wein macht ungelegene Köpfe . 2. Allezeit ... ... b . ) Holl. : Den wijn kent men aan den smaak, het brood aan de kleur. ( Harrebomée, II, 461 a . ) 73 ...

... 96. Holl. : Eigen brood boven al. – Eigen brood kost weinig ( Harrebomée, I, ... ... , kann zeitig gehn ins Bettelein . Holl. : Die brood en wijn heeft, gaat vrij ... ... , dem schmeckt es desto besser. Holl. : Zuur brood, zalig brood. ( Harrebomée, I, 98. ) 295. ...

1. Alle krummen Hölzer sind quaat (schwer) zu richten. – Schottel ... ... kann die Wirthschaft nicht gedeihn. Holl. : Groen hout, heet brood en nieuwe wijn, dat kan voor 't huis niet dienstig zijn. ( ...

1. A Höön as Bäs üübh san ânj Njoksstâl. ( Amrum. ) ... ... . : Een kippende haan kan nog bestaan; maar een' liggenden hond waait geen brood in den mond. ( Harrebomée, I, 266. ) 85. Ein ...

1. Auch das Gold will gewaschen sein. 2. Auch feines ... ... 10. ) Holl. : Geen goud zoo rood, of 't moet om brood. ( Harrebomée, I, 253. ) 13. Das Gold bedarf der ...

1. Das saltz geht hin, daher es kompt. – Franck, I ... ... versehen, ehe man die Eier zerschlägt. Holl. : Wees van zout en brood voorzien, eer gij uwe eijeren en stukken slaat. ( Harrebomée, II, 512 ...

1. Alle wie aus Einem Ofen. 2. Alte Oefen ... ... : Die altijd met den laatsten oven bakken, het is zelden, dat zij goed brood t'huis krijgen. ( Harrebomée, II, 157 a . ) 94 ...