... : Ik zal mijne vrouw wel te hulp komen, zei Gerrit, en hij likte den schotel uit. ... ... : Wie paard of vrouw zonder gebreken zoekt, zal stal en bed wel altijd ledig zijn. ( Harrebomée, II ... ... geene vrouw heeft, kleedt ze wel; die geene kinderen heeft, voedt ze wel. ( Harrebomée, II, ...
... Narrenkappe hervorgucken. Holl. : Men kan wel een wijs hoofd uit eene narren kap steken. ( Harrebomée, I, ... ... aber nicht in den Kropf . Holl. : Men ziet hem wel voor den kop, maar niet in den krop. ( Harrebomée ... ... Holl. : En discipel wast zijn meester wel over't hoofd. ( Harrebomée, I, 326 a ...
... Holl. : Het moet een wijze hand zijn, die een zotte kop wel scheeren zal. ( Bohn I, 325. ) 148. Faul ... ... chemin. ( Kritzinger, 132 a . ) Holl. : Hij zal wel in mijne handen vallen. ( Harrebomée, I, 280. ...
... de ezels niet weten, zullen de vossen hem wel leren. ( Harrebomée, I, 187. ) 378. Was ein ... ... ne peut s'y tenir. Holl. : Als het den ezel te wel gaat wil hij op het ijs dansen, en breekt een ... ... drieget. ( Sauerland. ) 700. Wel der Iésel schin sainist, miss me en doram zem ...
1. Alle Mäuler sind Schwesterkinder. Sie essen alle gern etwas Gutes ... ... 108. Licht Mel git un der Zel, awer de Schtrôf kit iwer en Wel. – Schuster , 665. 109. Loses Maul, ...
1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha' ( Schaden ) ... ... nicht unter einem Dach . Holl. : Een ongerust hart slaapt zelden wel. ( Harrebomée, I, 287. ) 149. Ein verliebtes Herz träumt ...
1. Alte Bäum' lassen sich nicht (oder: eher brechen ... ... 180. ) – De boom, waar gij nu vrucht van leest, die is wel eer een rijs geweest. ( Harrebomée, I, 77. ) 32 ...
... vergangen. Holl. : Schoon haar an wel te zingen zijn vergankelijke dingen. ( Harrebomée, I, 270. ) ... ... torügge holt. – Eichwald, 686. Holl. : Hij heeft wel een haar in den nek, dat hem daar van zal ... ... Holl. : Ik zal hem het haar wel eens uitkammen. *259. Ik heff dar ...
... Holz brennt gut. Holl. : Men kan van kromme houten nog wel een regt vuur stoken. ( Harrebomée, I, 336. ) ... ... ( Čelakovsky, 268. ) Holl. : Een krom hout brandt zoo wel als een regt. ( Harrebomée, I, 335. ) ...
1. Aber ach und weh, gibt es Mäuse im Bodensee. ... ... mit dem Haushalt nicht wohl. Holl. : Het gaat er niet wel toe, daar de muis in de etenskas dood blijft. ( Harrebomée, I, ...
... Holl. : 'T land werd wel gebouwd door 't paard, dat langzaam knouwt. ( Harrebomée, II, ... ... Hungers . Holl. : In het land van belofte sterft men wel van honger. ( Harrebomée, II, 7. ) 98. In ...
... die Gans kommt wieder her. Holl. : Eene gans vliegt wel over het meer, maar komt ook als gans weder terug. ( Harrebomée ... ... 115. Tho Ges, thiar ians un 't Kurn wesen ha, wel altidj wedder hen. ( Nordfries. ) – ...
1. Bei den Juden ist es besser ein Schwein als ein ... ... Fache Durchtriebene werden einander nicht leicht übervortheilen. Holl. : Twee joden weten wel, wat een bril kost. ( Harrebomée, I, 366 a . ) ...
... nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. ( Harrebomée, II, 17. ) It. : Benchè la ... ... würde sie von der Strasse auflesen. Holl. : Hij zou wel eene leugen uit de straat nemen en werpen se iemand naar het hoofd ...
1. Auch das Gold will gewaschen sein. 2. Auch feines ... ... 4. Auch Gold kann man zu theuer kaufen. Holl. : Man kan wel goud te duur koopen. ( Harrebomée, I, 254. ) 5. ...
1. A dummer Karl eis ni gescheut. ( ... ... Dreck aus dem Leibe . Holl. : Wat ben ik even wel een goed kalf, zei Harmen , ik zou den stront wel uit mijn lijf douwen, en geven ze aan mijne vrienden. ( Harrebomée, ...
... meent te wezen in alle straten, wordt wel door een Hansje uit den zadel geworpen en landmeter gemaakt. ( Harrebomée, ... ... wol, aber Hans sagt's nicht. Holl. : Hans weet het wel, maar Hans wil het niet zeggen. ( Harrebomée, I, 284. ...
... naar huis. ( Harrebomée, II, 41. ) 56. Wat wêl an Lüüs muar nem üüs't Lewant. ( Amrum. ) – ... ... . Wo es sehr kahl ist. Holl. : Daar kan men wel eene luis op geeselen. ( Harrebomée, II, 40. ...
... Holl. : Het kalf zal zijne moêr wel vinden, al zou het zich te bersten loopen. ( Harrebomée, I ... ... starých volův. ( Čelakossky, 312. ) Holl. : Daar komen zoo wel kalven als koejen aan de markt. ( Harrebomée, I, ... ... ). Holl. : Dat kan een kalf wel merken. ( Harrebomée, I, 375 a . ) ...
... waz nie gheen berg so hoge, he daelde wel. ( Tappius, 234 a . ) Lat. : Corinthus et ... ... , 67. Holl. : Nooit berg zoo hoog, of hij daalde wel. ( Harrebomée, I, 48. ) 56. Kein ... ... : Hij kan met gene bikkels betalen, maar wel gouden bergen beloven. ( Harrebomée, I, 48. ...
Buchempfehlung
Die Sängerin Marie Ladenbauer erblindet nach einer Krankheit. Ihr Freund Karl Breiteneder scheitert mit dem Versuch einer Wiederannäherung nach ihrem ersten öffentlichen Auftritt seit der Erblindung. »Das neue Lied« und vier weitere Erzählungen aus den Jahren 1905 bis 1911. »Geschichte eines Genies«, »Der Tod des Junggesellen«, »Der tote Gabriel«, und »Das Tagebuch der Redegonda«.
48 Seiten, 3.80 Euro
Buchempfehlung
Romantik! Das ist auch – aber eben nicht nur – eine Epoche. Wenn wir heute etwas romantisch finden oder nennen, schwingt darin die Sehnsucht und die Leidenschaft der jungen Autoren, die seit dem Ausklang des 18. Jahrhundert ihre Gefühlswelt gegen die von der Aufklärung geforderte Vernunft verteidigt haben. So sind vor 200 Jahren wundervolle Erzählungen entstanden. Sie handeln von der Suche nach einer verlorengegangenen Welt des Wunderbaren, sind melancholisch oder mythisch oder märchenhaft, jedenfalls aber romantisch - damals wie heute. Nach den erfolgreichen beiden ersten Bänden hat Michael Holzinger sieben weitere Meistererzählungen der Romantik zu einen dritten Band zusammengefasst.
456 Seiten, 16.80 Euro